Mijn tijd op de Beagle
Op zoek naar het Gordeldier : Het schiereiland Península Valdés
Op 2 uur vliegen naar het zuiden van Buenos Aires ligt het schiereiland Península Valdes. Een paradijs voor uitzonderlijke-beesten-liefhebbers. Om voor een aantal Beagle-afleveringen op voorhand wat materiaal te draaien, crossen Joost(camera), Gijs(redactie/research/regie), IJsbrand(regie) en ik(geluid) met de kunstenaarstweeling Kennis en Kennis 3 dagen over de pampa’s. Onze uitvalsbasis is Puerto Pyrámides, een dorpje niet ver van Puerto Madryn, dat op haar beurt weer een havenplaats is waar de Beagle over 2 maanden gedurende 1 dag de trossen zal vastleggen.
Met Kennis en Kennis (K en K) gaan we op zoek naar “het gordeldier”.
Als ik het goed onthouden heb, is het gordeldier het enige van origine op het Zuid-Amerikaanse continent levende dier, dat noch uitgestorven is door evolutie noch uitgeroeid is door de mens.
K en K weten on-ge-loof-lijk veel. Als ze iets vertellen doen ze dat met een enorme dosis enthousiasme. Hun mimiek, gebaren en vrolijkheid werkt op ons heel aanstekelijk en ze wekken onze nieuwsgierigheid.
Wat me duidelijk wordt is dat door evolutie alles kan: alles wat in zee leeft kan door evolutie het land op en andersom.
Om te illustreren hoe bijzonder Zuid-Amerika eigenlijk is, gaan K en K eerst maar eens aan de haal met pen, papier en schaar. Binnen mum van tijd ligt er een maffe wereldkaart en een keur aan nog maffere dieren. Alfons Kennis laat zien dat van Laurazië (klont land op noordelijk halfrond) en Gwondana (klont land op het zuidelijk halfrond) door de tijd heen (miljoenen miljoenen jaren) na wat aardverschuivingen op een gegeven ogenblik een eiland ontstond wat nu Zuid-Amerika is. (Even met de botte bijl door de miljarden jaren geschiedenis van de aarde heen). Nog weer later kwam er een landtong die Noord-Amerika aan Zuid-Amerika verbond.
Dan grijpt zijn broer Adri in en plaatst diverse dieren op diverse continenten. Het is mij in één klap duidelijk waarom de olifant wél in Afrika en níet in Amerika voorkomt, waarom het paard zowel in Europa als in Noord-Amerika bestaat etc.
In Zuid-Amerika leeft vooral het gordeldier. Alle soorten beesten op dat eiland raken door de eeuwen heen bijzonder lui omdat ze geen enkele vijanden hebben. Totdat de aardplaat-verschuivingen een brug vormen tussen Noord- en Zuid-Amerika!
De tot in de puntjes (lees:snelheid en jacht) geëvolueerde beesten van het noordelijke continent wandelden vrolijk hun nieuw geschapen territorium (via nu Midden-Amerika) het zuiden binnen! Volslagen weerloos wordt elke originele soort van het Zuid-Amerikaanse continent verdreven of opgegeten. Behalve het gordeldier.
Nog weer later komen de indianen, die op hun beurt alle overlevende diersoorten uitroeien en/of opeten. Behalve het gordeldier.
We stappen snel in de auto en rijden over de Argentijnse pampa’s. Nederland is vlak, maar dit gedeelte van Argentinië kan er ook wat van! We rijden over 4-baans onverharde wegen door een landschap waar bij vergeleken onze Veluwe een hooggebergte is.
Al snel krijsen K en K het uit van plezier.
Op de achterbank van de Berlingo kruipen ze over elkaar heen om het beste zicht te hebben op een wegspringend bolletje met lichtbruine vacht. Het zou mij nooit van mijn levensdagen opgevallen zijn, maar we stappen onmiddellijk uit.
Heel lastig om enthousiasme, nieuwsgierigheid èn behoedzaamheid te verenigen! Het springende bolletje blijkt een Mara-mara: de uiterlijke beschrijving lijkt nog het meest op een kruising tussen een cavia, een hert en een haas.
Lange antilope-achtige hoge poten, springt weg als een haas, heeft ook zo’n wipstaartje en is ook een planteneter.
Evolutie op en top.
Maar nog geen gordeldier.
De stand van de Zuidkapers: de 2e dag op Península Valdés
De 2e dag op Península Valdés gaan we voor dag en dauw op bezoek bij walvisonderzoekers. Behoorlijk afgelegen, maar bij een prachtige baai, staat een basaal gebouwtje waarin 4 onderzoekers zich 3 à 4 maanden ophouden om te turen naar de Zuidkapers (walvissoort) en daarbij te tellen en te turven.
Er zwemmen walvissen rond, moeders met kleintjes. Die kleintjes wegen al gauw een paar ton….
Dit jaar spoelen er voor ‘t eerst bijna dagelijks dode walvissen aan. De meesten zijn nog erg jong. Wat opvalt, is dat hun laag blubber erg dun is, veel dunner dan normaal. Dit duidt op voedseltekort. Waardoor het precies komt, moet nog onderzocht worden, maar er zijn 2 hypothesen wat betreft voedseltekort: te weinig krill. Krill zijn heel eiwitrijke kleine kreeftjes, die voor heel veel dieren aan het begin van de voedselketen staan. Krill halen de walvissen bij de Antartica vandaan. Krill leeft onder ijs. 1) Als er minder ijs is door klimaatverandering, is er minder krill en dus minder voedsel voor de walvissen. 2) Voor de zalmkwekerijen wordt in veel te grote hoeveelheden gevist op krill. Wij halen dus voor onze kweekzalm (die al veel meer ecologische rampen op haar naam heeft staan, zie aflevering Chiloë) het basisvoedsel van de walvis (o.a.) weg!!! (Een vissersboot onder Nederlandse vlag schept met tonnen tegelijk krill weg bij de Antartica)
We naderen een aangespoelde dode walvis en heel veel stormvogels, een soort Albatrossen met een gierfunctie (gieren eten alleen maar van dode dieren, albatrossen vallen je levend aan; tip van K en K: altijd je ogen bedekt houden als je zeedrenkeling wordt en er albatrossen in de buurt zijn! De reuze stormvogels hebben zoveel van de blubber gegeten dat ze moeite hebben om weg te vliegen als we heel dichtbij komen. Ze rennen tientallen meters, druk klapperend met hun vleugels en pas heel ver komen ze met moeite los van de grond. Het is een geestig en ontroerend gezicht.
Van de dode walvis worden we droevig, zeker in de wetenschap dat er dit jaar heel veel dode walvissen aanspoelen. Wat is ze kolossaal!
Er gebeurt nog iets raars sinds dit jaar:
de meeuwen hebben de levende blubber ontdekt.
Zodra een walvis aan de oppervlakte komt om adem te halen, duiken meeuwen op haar rug om in de blubber te pikken. De walvissen hebben hier duidelijk last van. Sommigen hebben akelige wonden op hun rug.
Weer een hypothese: de meeuwen hebben dit ooit geleerd, weer verleerd en opnieuw uitgevonden. De populatie meeuwen is abnormaal groot doordat ze overal in grote hoeveelheden voedsel vinden (op zee: afval en vangst vissersboten, op land:vuilnisbelten ed) en ze zijn helemaaal niet kieskeurig. Ze vreten alles. En hebben ondertussen lekker doorgejongd. Meeuwen kopieren ook heel snel gedrag van elkaar. Vandaar dat we inmiddels met veel meer meeuwen dan normaal zitten, die allemaal explosief de walvis levend pikken.
Later op de dag gaan we de zee op om de walvissen van dichtbij te bekijken.
Moeder met kleintje, enkele walvissen. Ze proesten, breachen, ademen en sommigen laten hun staart zien en laten zo een “footprint” achter op het water.
Fascinerend! In de verte maken sommige walvissen acrobatische sprongen, ze komen een heel eind met hun kop en lijf het water uit, om zich vervolgens op hun rug te laten vallen. En ja hoor, met geknepen billen zien we toe hoe de meeuwen hun namiddaghapje bemachtigen.
Op zoek naar het gordeldier 2 - de 3e dag op Península Valdés
3e dag: We tuffen weer over de pampa’s, op zoek naar het gordeldier, maar ook richting een afgelegen plek waar zeeolifanten en zeeleeuwen zich ophouden.
WAAAAAAAOUOUOUOUW klinkt het opeens van de achterbank. K en K spotten guanaco’s, een soort lama’s en vervolgens JIPPPIEIEIEIEIE een rhena!
Wederom: iets springends met lichtbruine vacht en een stukkie groter dan de maramara, maar daar doe ik alle genoemde dieren mee te kort.
We arriveren bij de zeeolifanten en de zeeleeuwen. Deze beesten hebben het mooiste stuk kust van dit schiereiland gekozen! K en K zijn niet te stuiten in hun verhalen. Met ooooh’s en aaaah’s mogen we onder begeleiding van een gids de dieren tot op 10 meter naderen. Geweldig! Wat een geluiden!
Ze puffen, knorren, laten scheten, grommen, piepen aan één stuk door.
2 mannetjes zeeolifanten brullen en maken zich groot tegenover elkaar. We staan er met ingehouden adem bij en kijken er naar.
De tijd lijkt even stil te staan. Degene die het hardste brult mag blijven, de ander trekt zich van lieverlee terug richting zee. Volgens K en K is de zeeolifant is de grootste zeehond ter wereld en stamt hij af van een of andere beer die terug naar het water gegaan is. Hetzelfde geldt eigenlijk voor de zeeleeuw maar de zeeleeuw heeft nog een soort flippers waarmee hij aardig kan rennen en klauteren. De zeeolifant kruipt als een rups over het strand. Na 3 kronkels issie doodmoe en met een oorverdovende puf laat ie zich op het zand zakken. Ik kan hier nog uren turen en geluiden opnemen maar we hebben onze opdracht: op zoek naar het gordeldier!
De dolenthousiaste Alfons en Adri heb ik in de tijd dat ik ze ken, nog niet zwijgend meegemaakt, maar als ze het gordeldier ontdekken tussen wat lage struiken, valt er bijna een oorverdovende stilte. De ooooohs! en aaaaaahs! maken plaats voor een naar binnen gemurmeld “jeeeeetje” en met tranen in de ogen hoor ik ze fluisteren op de zenders “wat is hij mooooooooi!”
Het gordeldier revisited - terug naar Buenos Aires
De missie op Peninsula Valdes is volbracht. Nu terug naar Buenos Aires.
Daar mogen we K en K filmen in het Natural History Museum oftewel Museo de la Plata. Vol met skeletten en opgezette beesten. Van klein tot groot. Allemaal heeeeeel oud. K en K rennen naar het oudere, uitgestorven broertje van het hedendaagse gordeldier. Wat een joekel!
Een stoffige museummeneer geeft toestemming om in de kelder te komen filmen waar nog meer skeletten bewaard worden van uitzonderlijke uitgestorven dieren. Een walhalla voor Kennis en Kennis. Als twee jochies in een speelgoedwinkel verdwijnen ze achter grote kasten met de meneer en we horen kreten als WAAAAOUW, JIPPPPIEEIE, JOEHOEOEOE, JEEEEEEE, OOOOOH, AAAAAH!
Wij moeten er om lachen en de museummeneer ook. Deze heren zijn net zo uitzonderlijk als de beesten die ze bewonderen, hun enthousiasme is onevenaarbaar en het mooiste van alles is, dat ze nog zo onwaarschijnlijk veel weten ook. Ook een beetje walhalla-uurtje voor de stoffige museummeneer die glimmende oogjes krijgt.
Darwins mokers - natuurlijke en seksuele selectie
In een parkje in Montevideo ga ik er eens lekker voor zitten. Om me heen koeren de duiven en vliegen de papegaaitjes met takjes over en weer.
Hoe zit dat nou met die natuurlijke en seksuele selectie? Wat betekent het überhaupt? Een spekkie naar het bekkie van Dirk. Hij steekt van wal en ik val van de ene in de andere verbazing.
Even voor de biologische analfabeten onder ons een verklaring van de begrippen:
Natuurlijke selectie betekent overleven totdat je kinderen kunt maken en dermate lang overleven dat je véél kinderen kunt maken.
Seksuele selectie houdt in dat je de -voor jou- beste partner vindt òm kinderen te maken. Soms zijn deze 2 concepten in conflict met elkaar. Als voorbeeld noemt Dirk de pauw.
Met zijn schitterende staart wil hij indruk maken op de vrouwtjes. Dat lukt behoorlijk goed (seksuele selectie). Maar door die enorme zware bos met veren kan hij niet snel wegvliegen voor bijvoorbeeld een tijger (natuurlijke selectie). Dirk geeft in dit geval seksuele selectie het laatste woord: “Het vrouwtje zal denken: “Goh, als die man met zo’n grote staart toch nog vóór me staat te pronken en al die tijgers blijkbaar heeft overleefd, dan zal het vast een krachtige kerel zijn. Prima kwaliteiten om aan mijn kinderen door te geven”.
Nog mooier vind ik een voorbeeld dat op ons, de mens, van toepassing is. Hetgeen waardoor onze soort zo verschilt van andere soorten zijn onze hersenen.
Op een gegeven ogenblik in de historie kregen wij te maken met een explosieve hersengroei. Dat had biologisch gezien flink wat consequenties. Eén van die consequenties was dat er problemen optraden bij de bevalling. Die koppies werden te groot.
De natuurlijke selectie bood een oplossing: de baby’s prematuur geboren laten worden. Daardoor waren de baby’s opeens een stuk hulpelozer. De natuur laat zich niet kisten en introduceerde het vaderschap. Man en vrouw moesten dus langer bij elkaar blijven om de overlevingskansen van hun kroost te verhogen. De natuurlijke selectie zette nòg een joker in: verliefdheid, een chemische reactie in de hersenen. Gemiddeld duurt verliefdheid tussen man en vrouw 3 à 4 jaar. Voilà! Precies genoeg om de hulpeloze baby door zijn meest kwetsbare jaren als het om overleving gaat te helpen!
Dit was een warming up want nu vervolgt Dirk in een spraakwaterval zijn verhaal met betrekking tot seksuele selectie. Het zijn dus de hersenen die de mens zo uniek maakt. Juist daarom zijn de vrouwen de mannen gaan taxeren op wat zij met die hersenen kunnen.
Spierkracht en opvallende kleuren doen er eigenlijk al een poosje niet meer toe. (Sorry fitness-guys, verloren moeite!) Als je een vrouw vraagt wat zij aantrekkelijk vindt in een man en ze antwoordt zoiets als “hij heeft humor”, dan bedoelt ze eigenlijk dat dat voor haar een graadmeter is van de mate van flexibiliteit waarmee die man zijn hersenen kan gebruiken.
Mannen opgelet: jullie worden (onbewust) beoordeeld op jullie mentale, culturele, bestuurlijke en podium-kwaliteiten. Dat alles in het teken van de zin en de essentie van ons bestaan: voortplanting.
Of we dat nou willen of niet.
We dènken dat we alles denken. Is niet zo. Dit is software die al miljoenen jaren in ons hoofd geprogrammeerd zit en onbewust zijn het deze factoren die bepalend zijn voor onze keuzes.
Mijn gedachten dwalen af. Voor me zie ik twee duiven. Die grote is het mannetje. Hij stelt zich enorm aan. Hij draait rondjes voor het vrouwtje en zet zijn veren op. Het zonlicht schittert. Ik zie zeldzaam glanzende tinten, groen en paars. Wat een mooie duif! Het vrouwtje raakt niet onder de indruk en keurt het mannetje amper een blik waardig. Dirk haalt me terug. Hij vertelt met vurig enthousiasme over Darwin.
Charles Darwin zag in de natuur dat niet de mannen maar de vrouwen kiezen. De mannetjes maken zich interessant. Het zijn de vrouwtjes die kiezen en beslissen.
Hij was geniaal in het consequent toepassen van zijn eigen inzichten op de maatschappij. Zo ontwikkelde hij zijn concept voor seksuele selectie. Vandaag de dag zijn er nog steeds veel mensen die menen dat Darwins theorieën niet op ons van toepassing zijn. Laat staan in de tijd waarin hij zelf leefde.
We vatten de boel voor het gemak eens samen. Darwin heeft door zijn inzichten 2 mokerslagen uitgedeeld die tot op de dag vandaag door deinen.
1. De mens stamt af van de aap.
2. De vrouwen kiezen de mannen.
“Darwins mokers”. Ik vind ze briljant!